Vanochtend werd ik wakker van de warmte in mijn tent. Het was er 22°C!!! Als je dan nog een thermisch truitje aanhebt en je ligt in een fleece lakenzak, in een dikke slaapzak dan zweet je je kapot. Opstaan dus!
Vanmorgen zijn we naar Teltet gegaan. Dit is een dichtbij gelegen nunatak. Had ik al uitgelegd wat een nunatak juist is? Het is een soort berg die tijdens de ijstijd niet bedekt werd door ijs en waar het leven dus misschien kon overleven. Aangezien de rest van Antarctica nog steeds ijs is, zijn de nunataks de enige plaats waar we kans hebben leven te vinden. Teltet is ongeveer 7 km van hier gelegen wat dus een beetje te ver is om te voet te doen en dan nog voldoende tijd over te hebben om stalen te nemen. We gingen dus met de skidoo’s (sneeuwscooters). Alain legde ons snel uit hoe het werkte en wij vertrokken. Tegen 40 km/h vlogen we over de sneeuwvlakte! Zalig. Na een kwartierje kwamen we aan het meertje aan de voet van de nunatak. Daar stopten Jeroen en Steve, zij gingen opnieuw proberen een gat te boren in het ijs om water- en sedimentstalen te nemen en een aantal paramaters te meten zoals pH, conductiviteit, ...
Annick, Cyrill, Rene (onze berggids van Chamonix) en ik reden nog een stukje verder naar de voet van de nunatak. Opnieuw speelde de sneeuw ons parten. Er was slechts weinig interessants te vinden. We namen dan maar gewoon wat gravelstalen van een paar verschillende bodems. Rond de middag keerden we terug naar de plaats waar we Jeroen en Steve hadden achtergelaten. Bleek dat ze hadden geprobeerd te boren in het meer en na 1 m al water hadden gevonden, wat niet erg diep is. Toen ze verder probeerden te gaan om sediment te nemen bleek er nog een laag ijs te zijn. Volgens Steve die wel kenner is op dat gebied, is het volkomen normaal dat je twee lagen ijs vindt met ertussen vloeibaar water. Wat echter niet normaal was, is dat ze de boor er niet meer terug uit kregen. Deze was ondertussen al vast gevroren en ze kregen hem er totaal niet meer uit. We besloten terug te gaan naar het kamp om daar naar een oplossing en mogelijke hulpmiddelen te zoeken. Toen we wilden vertrekken, startte mijn skidoo niet meer! Na lang proberen besloten we terug te keren met de andere skidoo’s en ’s middags terug te komen. Cyrill was echter koppiger dan de machine en bleef proberen, met succes tot gevolg, gelukkig! Wij dus terug naar het kamp.
Na de lunch gingen Steve en Jeroen terug naar het meer om hun boor te recupereren, maar tot nu (19:00) toe zijn ze nog niet terug gekeerd. Wij gingen naar het meertje waar Jeroen en Steve gisteren geboord hebben en waar zij vloeibaar water hadden gezien. Daar aangekomen bleek dit vloeibaar water afkomstig van smeltende sneeuw. Toch probeerden we een paar stalen te nemen. Opnieuw alleen gravel en nog geen wieren, algen of mossen. Plots, toen Cyrill en steen verlegde, zagen we vanalles weglopen. Het bleken allemaal kleine, rode mijtjes te zijn. Cyrill nam stalen, niet voor zichzelf maar waarschijnlijk zal Pete Convey van het BAS er verder mee werken. Het leven in base camp gaat ondertussen gewoon verder. Er wordt hard gewerkt in de basis en de mannen vertrokken met drie prinots op traverse naar de kust om nog een 900 tal vaten brandstof op te halen. Wij hopen morgen naar een iets verder gelegen nunatak te kunnen gaan als het weer het toelaat! Vandaag was het trouwens heel de dag stralend weer en windstil. Het was zelfs warm toen we stalen aan het nemen waren op de Teltet nunatak.
mercredi 4 février 2009
Inscription à :
Publier les commentaires (Atom)
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire